Recensie / Review
Traditionele wapens van Enggano, een verdwenen cultuur van de Indonesische archipel
In / in: Wapenfeiten (2013), no: 1, Haarlem
Door / by: Ir. J.P. Loeff
Heel erg vers van de pers en een product van één van onze leden, dit boek over de wapens van Enggano. In de afgelopen jaren heeft Albert van Zonneveld u in Wapenfeiten al een voorproefje gegeven over het onderwerp en nu heeft hij in eigen beheer het verhaal compleet gemaakt met alle omgevingsfactoren en andere zaken die een verhaal over vreemde wapens interessant maken. Het boek begint met de geschiedenis en de geografie van Enggano. Dat is, voor diegene die dat nog niet weten, een eiland voor de kust van Sumatra in de Indische Oceaan. Het is lang onbeïnvloed geweest door buitenlandse bezoekers waardoor de geheel eigen cultuur en levenswijze tot het eind van de negentiende eeuw behouden bleef. Om de wapens te begrijpen moet ook de historie en de cultuur begrepen worden. Daar kwijt Albert zich terdege van. De bewoners waren volgens de vroegste westerse bezoekers een fier zootje en je kon er maar beter weg blijven. Omdat ook al bleek dat er niet veel te halen viel hebben de Nederlanders dat tot in de negentiende eeuw ook gedaan. Daarna sloeg het kolonisatie virus toe en werd Enggano met zekere regelmaat bezocht. De gevolgen daarvan waren eigenlijk desastreus voor de cultuur van de Engganesen. Het boek vertelt het verhaal van dit vechtvolk, van de primitieve wapens die ze daarbij gebruikte en van de invloed van de buitenwereld.
Het voornaamste wapen was de speer maar ook kapmessen (parangs), gewone messen en schilden werden gebruikt. Het aantal speren dat iemand had was een maat voor zijn status en met de hoeveelheid oorlog die ze voerden was dat begrijpelijk. Zelfs de vrouwen vochten in de oorlogen mee en probeerden de schilden van de tegenstanders met knotsen kapot te slaan.
De verschillende vormen van speerpunten zijn in categorieën ingedeeld. Het meest sensationeel zijn wel die met enorme weerhaken. Voor mijn gevoel zien ze eruit als de graten van een vis en ermee doorboord worden zal tot de meest vreselijke wonden leiden. Ook de parangs, in het boek ook kapmessen of zwaarden genoemd zijn prachtig van vorm. Hier laat het boek goed zien dat er op dat eiland hele mooie dingen gemaakt werden. Natuurlijk had de Engganese bevolking ook messen en die zijn van een heel bijzondere vorm met een mensenkop aan de bovenzijde. Je vraagt je daarbij af of er ook gewone, niet van ornamenten voorziene, gebruiksmessen geweest zijn en of die door de onderzoekers uit het verleden niet gewoon genegeerd zijn. De messen zijn uiterst zeldzaam. Nog zeldzamer zijn de schilden maar ook die worden beschreven. Het waren grote houten gevallen voorzien van versiering. De strijders dekte zich ermee, wat nodig was want de effectieve dracht van een geworpen speer was meer dan 50 passen.
Bron van alle kennis in het boek zijn oude verslagen van onderzoek ter plaatse en de collectie van musea van over heel de wereld. Op Enggano zelf zoekt men tegenwoordig tevergeefs naar sporen van haar lang vervlogen cultuur. Dat maakt dit boek dus dubbel waardevol.
Het lijkt een wat beperkt onderwerp maar juist het inzoomen op details maakt dit een fascinerend verhaal. Het is daarbij ook nog eens goed leesbaar en spannend. Juist de beschrijving van de manier waarop de Engganesen leefden en hun uiteindelijke ondergang maakt dit een waardevol standaardwerk. Door de brede behandeling van het onderwerp is het boek belangwekkender dan een dorre opsomming van de bestaande wapens. Het laat de mensen leven en schets hun bewapening in dat kader. Zo zal bijvoorbeeld de waarde van een vrouw, uitgedrukt in wapens de huidige wapenverzamelaar zeker aanspreken! Het is een heel besliste aanrader.
In / in: Wapenfeiten (2013), no: 1, Haarlem
Door / by: Ir. J.P. Loeff
Heel erg vers van de pers en een product van één van onze leden, dit boek over de wapens van Enggano. In de afgelopen jaren heeft Albert van Zonneveld u in Wapenfeiten al een voorproefje gegeven over het onderwerp en nu heeft hij in eigen beheer het verhaal compleet gemaakt met alle omgevingsfactoren en andere zaken die een verhaal over vreemde wapens interessant maken. Het boek begint met de geschiedenis en de geografie van Enggano. Dat is, voor diegene die dat nog niet weten, een eiland voor de kust van Sumatra in de Indische Oceaan. Het is lang onbeïnvloed geweest door buitenlandse bezoekers waardoor de geheel eigen cultuur en levenswijze tot het eind van de negentiende eeuw behouden bleef. Om de wapens te begrijpen moet ook de historie en de cultuur begrepen worden. Daar kwijt Albert zich terdege van. De bewoners waren volgens de vroegste westerse bezoekers een fier zootje en je kon er maar beter weg blijven. Omdat ook al bleek dat er niet veel te halen viel hebben de Nederlanders dat tot in de negentiende eeuw ook gedaan. Daarna sloeg het kolonisatie virus toe en werd Enggano met zekere regelmaat bezocht. De gevolgen daarvan waren eigenlijk desastreus voor de cultuur van de Engganesen. Het boek vertelt het verhaal van dit vechtvolk, van de primitieve wapens die ze daarbij gebruikte en van de invloed van de buitenwereld.
Het voornaamste wapen was de speer maar ook kapmessen (parangs), gewone messen en schilden werden gebruikt. Het aantal speren dat iemand had was een maat voor zijn status en met de hoeveelheid oorlog die ze voerden was dat begrijpelijk. Zelfs de vrouwen vochten in de oorlogen mee en probeerden de schilden van de tegenstanders met knotsen kapot te slaan.
De verschillende vormen van speerpunten zijn in categorieën ingedeeld. Het meest sensationeel zijn wel die met enorme weerhaken. Voor mijn gevoel zien ze eruit als de graten van een vis en ermee doorboord worden zal tot de meest vreselijke wonden leiden. Ook de parangs, in het boek ook kapmessen of zwaarden genoemd zijn prachtig van vorm. Hier laat het boek goed zien dat er op dat eiland hele mooie dingen gemaakt werden. Natuurlijk had de Engganese bevolking ook messen en die zijn van een heel bijzondere vorm met een mensenkop aan de bovenzijde. Je vraagt je daarbij af of er ook gewone, niet van ornamenten voorziene, gebruiksmessen geweest zijn en of die door de onderzoekers uit het verleden niet gewoon genegeerd zijn. De messen zijn uiterst zeldzaam. Nog zeldzamer zijn de schilden maar ook die worden beschreven. Het waren grote houten gevallen voorzien van versiering. De strijders dekte zich ermee, wat nodig was want de effectieve dracht van een geworpen speer was meer dan 50 passen.
Bron van alle kennis in het boek zijn oude verslagen van onderzoek ter plaatse en de collectie van musea van over heel de wereld. Op Enggano zelf zoekt men tegenwoordig tevergeefs naar sporen van haar lang vervlogen cultuur. Dat maakt dit boek dus dubbel waardevol.
Het lijkt een wat beperkt onderwerp maar juist het inzoomen op details maakt dit een fascinerend verhaal. Het is daarbij ook nog eens goed leesbaar en spannend. Juist de beschrijving van de manier waarop de Engganesen leefden en hun uiteindelijke ondergang maakt dit een waardevol standaardwerk. Door de brede behandeling van het onderwerp is het boek belangwekkender dan een dorre opsomming van de bestaande wapens. Het laat de mensen leven en schets hun bewapening in dat kader. Zo zal bijvoorbeeld de waarde van een vrouw, uitgedrukt in wapens de huidige wapenverzamelaar zeker aanspreken! Het is een heel besliste aanrader.